Collabora Office 24.04 Help
Bepaalt de opmaak voor eindnoten. U kunt het type nummering voor de eindnoten en de toepasbare opmaakprofielen kiezen.
Voer het nummer in voor de eerste eindnoot in het document. Dit is handig als u de eindnootnummering op meer dan Ă©Ă©n document wilt toepassen.
Voer de tekst in die u vóór het eindnootnummer in de tekst van de eindnoot wilt weergeven. Typ bijvoorbeeld 're: ' om 're: 1' weer te geven.
Voer de tekst in die u na het eindnootnummer in de tekst van de eindnoot wilt weergeven. Typ bijvoorbeeld ')' om '1)' weer te geven.
Om een uniform uiterlijk voor de eindnoten in uw document te garanderen, wijst u een alinea-opmaakprofiel toe en wijst u tekenopmaakprofielen toe aan het ankernummer van de eindnoot en het nummer in het eindnootgebied.
Selecteer het alinea-opmaakprofiel voor de eindnoottekst. Alleen speciale opmaakprofielen kunnen worden geselecteerd.
Selecteer het pagina-profiel dat u wilt gebruiken voor de eindnoten.
Selecteer het gewenste tekenopmaakprofiel voor eindnootankers in het tekstgebied van uw document.
Selecteer het gewenste tekenopmaakprofiel voor de eindnootnummers in het gebied voor eindnoten.