Collabora Office 24.04 Help
Hier kunt u definiëren hoe het geselecteerde object zich gedraagt als u er tijdens de presentatie op klikt.
Geeft aan welke handeling wordt uitgevoerd wanneer u tijdens een presentatie op het geselecteerde object klikt. U kunt ook handelingen aan gegroepeerde objecten toekennen.
Kies deze optie als u wilt klikken zonder een actie te starten.
Hiermee gaat u naar de vorige dia in de presentatie.
Met deze optie gaat u naar de volgende dia in de presentatie.
Toont de eerste dia van de presentatie.
Toont de laatste dia van de presentatie.
Selecteer deze optie om naar een dia of een benoemd object in een dia te springen.
Hier worden de beschikbare dia's en objecten weergegeven.
Typ de naam van de dia of het object waarnaar u wilt zoeken.
Hiermee zoekt u naar gespecificeerde dia's of objecten.
Hiermee wordt tijdens een presentatie een bestand geopend en weergegeven. Als u een Collabora Office-bestand als doeldocument selecteert, kunt u tevens opgeven welke pagina moet worden geopend.
Geef op waar het doeldocument zich bevindt.
Typ het pad naar het bestand dat u wilt openen, of klik op Bladeren om het bestand te zoeken.
Hiermee kunt u zoeken naar het bestand dat u wilt openen.
Een geluidsbestand afspelen.
Geef op waar het geluidsbestand zich bevindt.
Voer een pad in naar het geluidsbestand dat u wilt openen, of klik op Bladeren om het bestand te zoeken.
Zoek het geluidsbestand, dat u wilt afspelen.
Als u geen geluidsbestanden bij Collabora Office hebt geïnstalleerd, kunt u het setup-programma van Collabora Office nogmaals uitvoeren en Wijzigen selecteren.
Speelt het geselecteerde geluidsbestand af.
Start een programma tijdens een presentatie.
Typ het pad naar het programma dat u wilt starten, of klik op Bladeren om het programma te zoeken.
Hiermee kunt u zoeken naar het programma dat u wilt starten.
Hiermee kunt u tijdens de presentatie een macro uitvoeren.
Typ het pad naar de macro die u wilt uitvoeren, of klik op Bladeren om de macro te zoeken.
Hiermee kunt u zoeken naar de macro die u wilt uitvoeren.
Beëindigt de presentatie.
U kunt voor ingevoegde OLE-objecten het item Objectactie starten kiezen.
Opent het object in bewerkingsmodus.