Collabora Office 24.04 Help
Hier stelt u de eigenschappen van verbindingen in.
Kies hier het gewenste type. U kunt kiezen uit vier typen: Standaardverbinding, Lijnverbinding, Directe verbinding en Boogverbinding.
Gebruik de waardevakken om het lijnverloop in te stellen. Het voorbeeldvenster zal de veranderingen die u heeft gemaakt weergeven.
Gebruik dit waardevak om het gewenste lijnverloop voor Lijn 1 te definiëren.
Gebruik dit waardevak om het gewenste lijnverloop voor Lijn 2 te definiëren.
Gebruik dit waardevak om het gewenste lijnverloop voor Lijn 3 te definiëren.
Definieert de interlinie van de verbindingen.
Definieer de lengte van het horizontale lijnstuk bij het begin van de verbinding.
Definieer de lengte van het verticale lijnstuk bij bij het begin van de verbinding.
Definieer de lengte het horizontale lijnstuk aan het eind van de verbinding.
Definieer de lengte van het verticale lijnstuk aan het eind van de verbinding.
Stelt de waarden voor de lijnscheefstand terug naar de standaard. (Deze opdracht is alleen toegankelijk via de contextmenu).