Collabora Office 24.04 Help
Definieert algemene instellingen voor werkbladen.
Definieert de maateenheid in spreadsheets.
Bepaalt de afstand tussen de tabstops.
Bepaalt de richting waarin de cursor in de spreadsheet zal bewegen als u op de Enter-toets drukt.
Bepaalt het gedrag van de Enter-toets in een werkblad. Als u deze optie aanvinkt, opent Enter de celinhoud voor bewerking.
Schakel deze optie uit om ervoor te zorgen dat de Enter-toets de cel onder de huidige cel selecteert.
Als een bereik van cellen is geselecteerd, zal elke keer dat Enter wordt ingedrukt, de volgende cel binnen het bereik worden geselecteerd, volgens de richting die is geselecteerd in Druk op Enter om selectie te verplaatsen. Daarom is het inschakelen van beide opties handig bij het achtereenvolgens invoeren van waarden in een reeks cellen.
Bepaalt of de opmaak van de geselecteerde cel automatisch van toepassing is op de lege aangrenzende cellen. Als, bijvoorbeeld, de inhoud van de geselecteerde cel het kenmerk VET heeft, zal deze eigenschap ook voor aangrenzende cellen gelden. Cellen die al een speciale opmaak hebben zullen door deze functie niet worden aangepast. U kunt het betreffende bereik zien door te drukken op de toetscombinatie + * (Vermenigvuldig-teken op het numerieke toetsenbord). Deze opmaak geldt ook voor alle nieuwe waarden die binnen dit bereik worden toegevoegd. De normale standaardinstellingen zijn van toepassing op cellen buiten dit bereik.
Markeer dit aankruisvakje om verwijzingen te vergroten wanneer kolommen of rijen worden ingevoegd naast het referentiebereik. Dit is alleen mogelijk als het referentiebereik, waar de kolom of rij wordt ingevoegd, ten minste twee cellen in de gewenste richting heeft bevat.
Voorbeeld: Als naar het bereik A1:B1 wordt verwezen in een formule en u voegt een nieuwe kolom in na kolom B, wordt de verwijzing vergroot tot A1:C1. Als naar het bereik A1:B1 wordt verwezen en een nieuwe rij wordt ingevoegd onder rij 1, wordt de verwijzing niet vergroot, aangezien zich daar slechts Ă©Ă©n cel in de verticale richting bevindt.
Als u rijen of kolommen midden in een verwijzingsgebied invoegt, wordt de verwijzing altijd vergroot.
Bepaalt of kolom- en rijkoppen worden gemarkeerd in de geselecteerde kolommen of rijen.
Stelt in dat er er een waarschuwing verschijnt, als u cellen plakt vanuit het klembord naar een celbereik dat niet leeg is.
Met de optie ingesteld, een selectie uitbreiden (met Shift+Omlaag/Omhoog) springt naar het einde van het bereik in de kolom die als laatste is toegevoegd aan de initiële selectie. Als de optie niet is ingesteld, wordt een selectie uitgebreid (met +Shift +Omlaag/Omhoog) springt naar het einde van het bereik in de kolom waar het selecteren van het celbereik is gestart. Hetzelfde geldt natuurlijk bij het uitbreiden van een selectie op rijen, met + Shift+Links/Rechts . +