Raster
Stelt de instellingen in voor het configureerbare raster op uw documentpagina's. Met dit raster kunt u de exacte positie van uw objecten te bepalen. U kunt dit raster ook uitlijnen met het "magnetische" vangraster.
Kies Collabora Office - VoorkeurenExtra - Opties - Collabora Office Writer/Collabora Office Calc/Collabora Office Writer/Web - Raster.
Raster
Vangen aan raster
Specificeert of frames, tekenelementen en besturingselementen alleen tussen rasterpunten verplaatst moeten worden. Wilt u de status van het vangraster alleen voor de huidige handeling wijzigen, dan versleept u een object terwijl u de Control keyCtrl-toets ingedrukt houdt.
Raster zichtbaar
Geeft aan of het raster wordt getoond.
U kunt ook de zichtbaarheid van het raster in- en uitschakelen met de opdracht Raster - Raster zichtbaar in het contextmenu voor de pagina. Ook kunt u het submenu Raster - Raster op voorgrond van dit contextmenu selecteren om het raster vóór objecten weer te geven.
U kunt ook de zichtbaarheid van het raster in- en uitschakelen met de opdracht Raster - Raster zichtbaar in het contextmenu van de pagina. Ook kunt u het submenu Raster - Raster op voorgrond van dit contextmenu selecteren om het raster vóór objecten weer te geven.
Resolutie
Horizontaal
Definieert de maateenheid voor de afstand tussen rasterpunten op de X-as.
Verticaal
Definieert de afstand tussen rasterpunten in de gewenste maateenheid op de Y-as.
Onderverdeling
Horizontaal
Specificeer het aantal intervallen tussen rasterpunten op de X-as.
Verticaal
Specificeer het aantal intervallen tussen rasterpunten op de Y-as.
Assen synchroniseren
Geeft aan of de huidige rasterinstellingen symmetrisch veranderen. De resolutie en onderverdeling voor de X en Y-as blijven hetzelfde.
Er staan extra opdrachten in het contextmenu van een pagina: Er staan extra opdrachten in het contextmenu van een pagina:
Raster op voorgrond Raster op voorgrond
Stelt het zichtbare raster in vóór alle objecten. Stelt het zichtbare raster in vóór alle objecten.
Vanglijnen naar de voorgrondVanglijnen naar de voorgrond
Stelt de vanglijnen in vóór alle objecten. Stelt de vanglijnen in vóór alle objecten.