Printer en fax instellen onder op UNIX gebaseerde platformen

Collabora Office gebruikt de geïnstalleerde lettertypes van uw systeem. In een tekstdocument kunt u uit alle af te drukken lettertypes selecteren. In een HTMLdocument of in internetindeling, worden alleen lettertypes die zichtbaar zijn op het scherm aangeboden. In werkbladen en tekeningen kunt u uit alle geïnstalleerde lettertypes kiezen.

Printerinstellingen veranderen

In het dialoogvensterAfdrukken of het dialoogvensterPrinter instellen dialog, selecteer de printer uit de lijst met printersen klik op Eigenschappen. Het dialoogvensterEigenschappen verschijnt met diverse tappagina's. Hier kunt instellingen aanpassen die gebruikt worden volgens het PPD-bestand van de geselecteerde printer.

Faxfunctionaliteit gebruiken

Als u fax4CUPS op uw computer heeft geïnstalleerd, kunt u faxen verzenden met het toepassing Collabora Office.

Er verschijnt een dialoogvenster, waarin u telefoonnummers kunt invoeren om de fax naar toe te sturen, na de afdruk bij het afdrukken naar een fax4CUPS printer. Meerdere nummers kunnen, gescheiden door;, worden ingevoerd

In Collabora Office kunt u ook een pictogram activeren voor het verzenden van faxen naar een standaard fax. Kies Extra - Aanpassen - Werkbalken, klik op Toevoegen en voeg via 'Documenten' het pictogram Standaardfax verzenden toe om dit te doen. Via - Collabora Office Writer - Afdrukken kunt u instellen welke fax wordt gebruikt wanneer er op deze knop wordt geklikt.

Maak één afzonderlijke afdruktaak voor elke fax, anders krijgt de eerste ontvanger alle faxen. In Extra - Standaardbrief (dialoogvenster) selecteert u de optie Printer en kiest u het selectievakje Afzonderlijke afdruktaken.

Help ons, alstublieft!