Collabora Office 24.04 Help
Als u hyperlinks insluit, moeten (tenminste) twee factoren in aanmerking genomen worden, namelijk of ze worden ingesteld als relatieve of absolute koppelingen bij het opslaan én of het bestand aanwezig is of niet:
Kies Laden/Opslaan - Algemeen en specificeer in het veldSla URLs relatief op naar als Collabora Office relatieve of absolute hyperlinks maakt. Relatief koppelen is alleen mogelijk als het document waar u aan werkt en de koppelingsbestemming zich op dezelfde schijf bevinden.
-U zou dezelfde mappenstructuur op uw harde schijf moeten maken als die welke bestaat op de webruimte die wordt gehost door uw internetprovider. Noem bijvoorbeeld de hoofdmap voor de homepage op uw harde schijf "homepage". Het startbestand is dan "index.html", waarbij het volledige pad "C:\homepage\index.html" is (uitgaande van een Windows besturingssysteem). De URL op de server van uw internetprovider zou dan als volgt kunnen luiden: "http://www.mijnprovider.com/mijnpagina/index.html". Met relatieve adressering geeft u aan dat de koppeling relatief is ten opzichte van de locatie van het uitvoerdocument. Bijvoorbeeld: als u alle afbeeldingen voor uw homepage in een submap genaamd "C:\homepage\afbeeldingen" plaatste, zou u het volgende pad moeten opgeven om toegang te krijgen tot de afbeelding "foto.gif": "afbeeldingen\foto.gif". Dat is het relatieve pad, beginnend vanaf de locatie van het bestand "index.html". Op de server van de provider zou u de afbeelding in de map "mijnpagina/afbeeldingen" moeten plaatsen. Wanneer u het document "index.html" overbrengt naar de server van de provider via het dialoogvenster Bestand - Opslaan als, en als u de optie Kopieer lokale afbeeldingen naar het internet onder - Laden/Opslaan - HTML-compatibiliteit hebt geselecteerd, zal Collabora Office automatisch de afbeelding naar de juiste map op de server kopiëren.
Een absoluut pad zoals "C:\homepage\afbeeldingen\plaatje.gif" zou niet meer functioneren op de provider's server. Noch een server noch een computer van een lezer hoeven een C: harde schijf te hebben: (besturingssystemen zoals Unix of MacOS herkennen geen schijfletters) en zelfs als de directory homepage\afbeeldingen zou bestaan zou uw plaatje niet beschikbaar zijn. Het is beter om relatieve adressering te gebruiken voor bestandskoppelingen.
Een koppeling naar een webpagina, bijvoorbeeld "www.example.com" of "www.myprovider.com/mypage/index.html" is een absolute koppeling.
Collabora Office reageert ook anders, afhankelijk van of het bestand, waarnaar in de link wordt verwezen, bestaat en waar het zich bevindt. Collabora Office controleert elke nieuwe koppeling en stelt een doel en protocol automatisch in. Het resultaat kan worden bekeken in de gegenereerde HTML-code (niet in de Helptip van de hyperlink, zie aantekening hieronder) na opslaan van het brondocument.
De volgende regels gelden: Een relatieve verwijzing ("afbeeldingen/plaatje.gif") is alleen mogelijk als beide bestanden bestaan op dezelfde schijf. Als de bestanden op verschillende schijven op uw lokale bestandssysteem staan, volgt de absolute verwijzing het "bestand:"-protocol ("file:///data1/xyz/plaatje.gif"). Als de bestanden op verschillende servers staan of als de bestemming van de hyperlink niet beschikbaar is, gebruikt de absolute verwijzing het "http:"-protocol ("http://data2/abc/plaatje.gif").
Daarom, wees er zeker van dat u alle bestanden voor uw thuispagina op dezelfde schijf als het beginbestand van de thuispagina plaatst. Op deze manier kan Collabora Office het protocol en doel instellen zodat de verwijzing op de server altijd correct is.
Wanneer u uw muis op een hyperlink laat rusten, geeft een Helptip de absolute verwijzing weer, aangezien Collabora Office intern absolute padnamen gebruikt. Het complete pad en adres kan alleen worden bekeken als u het resultaat van de HTML-export weergeeft , d.w.z. door het HTML-bestand als "Tekst" te laden of het te openen met een teksteditor.