Databasekolommen invoegen
Voegt alle velden van de gemarkeerde record in het huidige document op de cursorpositie in. Het pictogram is alleen zichtbaar als het huidige document een tekstdocument of een werkblad is.
In de gegevensbronverkenner selecteert u de records die u in het document wilt invoegen en klikt u op het pictogram Gegevens naar tekst. De record wordt in het document op de cursorpositie ingevoegd, en de inhoud van elke individueel veld van de record wordt naar een tabelkolom gekopieerd. U kunt ook meerdere records selecteren en ze naar het document overbrengen door op het pictogram Gegevens naar tekst te klikken. Elk individuele record wordt dan naar een nieuwe rij geschreven.
In de gegevensbronverkenner selecteert u de records die u in het document wilt invoegen en klikt u op het pictogram Gegevens naar tekst of sleep ze vanuit de gegevensbronverkenner in het document. Het dialoogvenster Databasekolommen invoegen wordt dan geopend. Selecteer of de gegevens als een tabel, velden of tekst ingevoegd moeten worden.
De voorkeuren die u in het dialoogvenster Databasekolommen invoegen instelt, worden opgeslagen en zullen van toepassing zijn zodra het dialoogvenster weer wordt opgeroepen. Dit opslagproces is onafhankelijk van de database en kan de voorkeuren voor maximaal 5 databases vastleggen.
Als gegevens in het document als een tabel worden ingevoegd, worden de tabeleigenschappen niet samen met de gegevens in het document opgeslagen. Als u de functie AutoOpmaak selecteert om de tabel op te maken, onthoudt Collabora Office de naam van de opmaaksjabloon. Deze sjabloon wordt dan automatisch gebruikt als u gegevens opnieuw als een tabel invoegt, tenzij de voorkeuren zijn veranderd.