Collabora Office 24.04 Help
Wijst de sneltoetsen voor opdrachten of Collabora Office commando's of Collabora Office Basic-macro's toe of bewerkt deze.
U kunt sneltoetsen toewijzen of bewerken voor de huidige applicatie of voor alle Collabora Office-applicaties. Om een sleutel voor alle applicaties toe te wijzen, kiest u het keuzerondje Collabora Office in de rechterbovenhoek.
Om een sneltoets toe te wijzen of te wijzigen: selecteer een opdracht in de lijst Functie, selecteer de toetsencombinatie die moet worden toegewezen in de lijst Sneltoetsen en klik vervolgens op Toewijzen.
Als de geselecteerde functie al een sneltoets heeft, wordt deze weergegeven in de lijst Toetsen. Het is mogelijk om dezelfde functie aan meer dan één toets toe te wijzen.
Een sneltoets die aan een bepaalde applicatie is toegewezen, heeft voorrang op de instelling van de sneltoets die in Collabora Office is gemaakt voor alle applicaties.
Wijs geen sneltoetsen toe die momenteel door uw besturingssysteem worden gebruikt.
Vermeldt de sneltoetsen en de bijbehorende opdrachten. Gebruik in dit paneel een sneltoets om er snel naartoe te gaan.
Geeft de functiecategorieën en de Collabora Office-functies weer waaraan u sneltoetsen kunt toewijzen.
Geeft de beschikbare functiecategorieën weer. Wanneer u sneltoetsen op opmaakprofielen wilt toepassen, opent u de categorie Opmaakprofielen.
Geeft een lijst van functies die aan een sneltoets kunnen worden toegewezen.
Geeft de sneltoetsen weer die aan de geselecteerde functie zijn toegewezen.
Geeft de sneltoetsen weer die bij alle Collabora Office-toepassingen voorkomen.
Geeft de sneltoetsen voor de huidige Collabora Office-toepassing weer.
Wijst de toetsencombinatie die in de lijst Sneltoetsen is geselecteerd, toe aan de opdracht die in de lijst Functie is geselecteerd.
De geselecteerde elementen verwijderen zonder een bevestiging te vragen.
Vervangt de configuratie van de sneltoets door een eerder opgeslagen configuratie.
Slaat de huidige configuratie van de sneltoets op, zodat u deze later kunt laden.