Schuintrekken/hoekradius
Trekt het geselecteerde object schuin of rondt de hoeken van een rechthoekig object af.
Hoekradius
U kunt alleen de hoeken van een rechthoekig object afronden.
Radius
Voer de straal in van de cirkel die u wilt gebruiken om de hoeken af te ronden.
De eigenschap radius is beschikbaar voor tekstvakken, verouderde rechthoeken en vierkanten. Verouderde rechthoeken en vierkanten zijn beschikbaar wanneer de overeenkomstige werkbalk wordt weergegeven in .
Kantelen
Trekt het geselecteerde object schuin langs een gespecificeerde as.
Hoek
Voer de hoek van de schuine as in. De schuine hoek heeft betrekking op hoeveel een object helt of schuintrekt vanuit zijn normale verticale positie.
Tekstvakken kunnen niet schuin staan. In het draaiveld ingevoerde waarden worden genegeerd.
Controlepunten 1 en 2
Sommige vormen hebben een special handvat die u kunt slepen om de eigenschappen van de vorm te wijzigen. De muisaanwijzer verandert in een handsymbool boven deze speciale handvatten. De controlepunten verwijzen naar de X- en Y-coördinaten van de positie van deze handvatten. Als het object geen handvat heeft, zijn de waarden in deze vakken nul. Als de vorm één controlepunt heeft, zijn de coördinaten van het andere controlepunt nul.
Voer een waarde in om de X- en Y-coördinaten van de controlepunten van het object in te stellen.
