DiaPagina
Hiermee kunt u pagina-layouts voor documenten met één en meerdere pagina's definiëren, evenals een nummering en papierformaten.
Kies tabblad
Kies tabblad .
Kies tabblad.
Kies (Command+T)(F11) - open het contextmenu van een item en kies (tabblad).
Kies tabblad .
Kies (Command+T)(F11) - open het contextmenu van een item en kies (tabblad).
Kies tabblad (Writer).
Papierformaat
Maak een keus uit een lijst met vooraf gedefinieerde papierformaten of definieer een eigen papierformaat.
Opmaak
Selecteer een vooraf gedefinieerd papierformaat of maak een aangepast formaat door de afmetingen voor het papier in te voeren in de vakken Hoogte en Breedte.
Dia-indelingen "Op het scherm weergeven (4:3)", "Op het scherm weergeven (16:9)" en "Op het scherm weergeven (16:10)" worden gebruikt voor Microsoft PowerPoint-interoperabiliteit.
Breedte
Geeft de breedte van het geselecteerde papierformaat weer. Wilt u een aangepast formaat definiëren, dan dient u hier een breedte in te voeren.
Hoogte
Geeft de hoogte van het geselecteerde papierformaat weer. Wilt u een aangepast formaat definiëren, voer dan hier een hoogte in.
Oriëntatie
Selecteer de papieroriëntatie voor weergave en afdrukken.
Staand
Geeft het huidige document weer en drukt deze af met het papier verticaal georiënteerd.
Liggend
Geeft het huidige document weer en drukt het af met het papier horizontaal georiënteerd.
Tekstrichting
Selecteer de tekstrichting die u in uw document wilt gebruiken. De tekstdoorlooprichting 'van rechts naar links' (verticaal) roteert alle layout-instellingen 90 graden rechtsom, behalve de kop- en voettekst.
Tekstrichting verschijnt alleen als Aziatisch of Complexe tekstindeling is ingesteld in .
Voorbeeldveld
Toont een voorbeeld van de huidige selectie.
Papierlade
Selecteer de papierbron voor uw printer. U kunt desgewenst verschillende papierladen aan verschillende paginastijlen toewijzen. Wijs bijvoorbeeld een andere papierlade aan het opmaakprofiel Eerste pagina toe en laad deze met het briefpapier van uw bedrijf.
Marges
Specificeer de hoeveelheid ruimte die u tussen de randen van de pagina en de documenttekst wilt vrijlaten.
Links / Binnenste
Voer de hoeveelheid ruimte in die moet worden vrijgelaten tussen de linkerrand van de pagina en de documenttekst. Als u de pagina-indeling Gespiegeld gebruikt, voert u de hoeveelheid ruimte in die moet worden vrijgelaten tussen de binnenste tekstmarge en de binnenrand van de pagina.
Rechts / Buitenste
Voer de hoeveelheid ruimte in die moet worden vrijgelaten tussen de rechterrand van de pagina en de documenttekst. Als u de paginala-indeling Gespiegeld gebruikt, voert u de hoeveelheid ruimte in die tussen de buitenste tekstmarge en de buitenste rand van de pagina moet worden gelaten.
Goot
Voer de hoeveelheid ruimte in die moet worden vrijgelaten tussen de linkerrand van de pagina en de linkermarge. Als u de pagina-indeling Gespiegeld gebruikt, voert u de hoeveelheid ruimte in die moet worden vrijgelaten tussen de binnenste paginamarge en de binnenrand van de pagina.
Boven
Voer de hoeveelheid ruimte in die u tussen de bovenrand van de pagina en de documenttekst wilt vrijlaten.
Beneden
Voer de hoeveelheid ruimte in die u tussen de benedenrand van de pagina en de documenttekst wilt vrijlaten.
Indelingsinstellingen
Pagina-opmaak
Specificeer of het huidige opmaakprofiel oneven pagina's, even pagina's of zowel oneven als even pagina's moet weergeven.
Rechts en links
Het huidige pagina-opmaakprofiel toont zowel oneven als even pagina's met linker- en rechtermarges zoals gespecificeerd.
Gespiegeld
Het huidige pagina-opmaakprofiel toont zowel oneven als even pagina's met binnen- en buitenmarges zoals gespecificeerd. Gebruik deze indeling als u de afgedrukte pagina's als een boek wilt binden. Voer de bindruimte in als de "Binnenste" marge.
Alleen rechts
Het huidige pagina-opmaakprofiel toont alleen oneven (rechter) pagina's. Even pagina's worden weergegeven als blanco pagina's.
Alleen links
Het huidige pagina-opmaakprofiel toont alleen even (linker) pagina's. Oneven pagina's worden weergegeven als blanco pagina's.
Dianummers
Selecteer de opmaak van de dianummering dat u wilt gebruiken voor de huidige dia-stijl.
Paginanummers
Selecteer de opmaak voor de paginanummering die u wilt gebruiken voor het huidige pagina-opmaakprofiel.
Referentiesjabloon
Selecteer het alinea-opmaakprofiel dat u als volgende wilt gebruiken om de tekst op het geselecteerde pagina-opmaakprofiel uit te lijnen. De hoogte van het lettertype dat is opgegeven in et volgende opmaakprofiel, bepaalt de afstand van het verticale paginaraster.
Paginaregelafstand gebruiken
Lijnt de tekst op de geselecteerde paginastijl uit op een verticaal paginaraster. De afstand van het raster wordt bepaald door het Volgend opmaakprofiel.
Gootpositie
Maakt het mogelijk om te kiezen of de rugmarge van het huidige document aan de linkerkant van de pagina's van het document moet worden geplaatst (standaard) of bovenaan de pagina's van het document wanneer het document wordt weergegeven.
Tabeluitlijning
Specificeer de uitlijningsopties voor de cellen op een afgedrukte pagina.
Horizontaal
Centreert de cellen horizontaal op de afgedrukte pagina.
Verticaal
Centreert de cellen verticaal op de afgedrukte pagina.
Object aanpassen aan papierformaat
Verandert de grootte van de tekenobjecten zodat ze passen op het papierformaat dat u selecteert. De opstelling van de tekenobjecten blijft behouden.