Collabora Office 24.04 Help
Trendlijnen kunnen worden toegevoegd aan alle types 2D-diagrammen, behalve aan taart- en koersdiagrammen.
Als u een trendlijn invoegt in een diagramtype dat gebruik maakt van categorieĆ«n, zoals Lijn of Kolom, dan worden de nummers 1, 2, 3, ā¦ gebruikt als x-waarden om de trendlijn te berekenen.
Om een trendlijn voor een gegevensreeks in te voegen, dubbelklikt u eerst op het diagram om naar de bewerkingsmodus te gaan en selecteert u de gegevensreeks in het diagram waarnaar een trendlijn moet worden gemaakt.
Kies
, of klik met rechts op de gegevensreeks om het contextmenu te openen en kies .Gemiddelde waarde-lijnen zijn speciale trendlijnen die de gemiddelde waarde weergeven. Kies
om gemiddelde waarde-lijnen in te voegen.Klik op de lijn en druk dan op de Delete-toets om een trendlijn of gemiddeldewaardelijn te verwijderen.
Het menu-item
is alleen beschikbaar als het diagram zich in de bewerkingsmodus bevindt. Het wordt grijs weergegeven als het diagram in de bewerkingsmodus staat, maar er geen gegevensreeks is geselecteerd.De trendlijn heeft dezelfde kleur als het overeenkomstige gegevensbereik. Selecteer, om de lijneigenschappen te wijzigen, de trendlijn en kies
.Een trendlijn wordt automatisch in de legenda weergegeven. De naam ervan kan worden gedefinieerd onder de opties van het type trendlijn.
Als het diagram in de bewerkingsmodus staat, geeft Collabora Office u de vergelijking van de trendlijn en de correlatiecoƫfficiƫnt R2, zelfs als ze niet worden getoond. Klik op de trendlijn om de informatie in de statusbalk te zien.
Selecteer de trendlijn in het diagram, klik rechts om het contextmenu te openen en kies om de trendlijn-vergelijking te tonen.
Selecteer, om de opmaak van waarden te wijzigen (minder significante cijfers of wetenschappelijke notatie gebruiken), de vergelijking in het diagram, klik er met rechts op om het contextmenu te openen en kies
.De standaardvergelijking gebruikt x voor de X-variabele, en f(x) voor de Y-variabele. Selecteer, om deze namen te wijzigen de trendlijn, kies en voer namen in de tekstvakken Naam van X-variable en Naam van Y-variable in.
Selecteer, om de coƫfficiƫnt van de bepaling R2 weer te geven, de vergelijking in het diagram, klik met rechts om het contextmenu te openen, en kies
.Als een snijpunt wordt ingesteld, wordt de coƫfficiƫnt van de afgeleide R2 niet op dezelfde manier berekend als met een vrij snijpunt. Waarden van R2 met een vrij of geforceerd (ingesteld) snijpunt kunnen niet worden vergeleken.
De volgende regressietypes zijn beschikbaar:
Lineaire trendlijn: regressie door vergelijking y=aāx+b. Onderscheppen b kan geforceerd worden.
Polynoom trendlijn: regressie door vergelijking y=Ī£i(aiāxi). Onderscheppen a0 kan geforceerd worden. De graad van de polynoom moet gegeven worden (minstens 2).
Logaritmische trendlijn: regressie door vergelijking y=aāln(x)+b.
ExponentiĆ«le trendlijn: regressie door vergelijking y=bāexp(aāx).Deze vergelijking is gelijk aan y=bāmx met m=exp(a). Onderscheppen b kan geforceerd worden.
Macht trendlijn: regressie door vergelijking y=bāxa.
Trendlijn Voortschrijdend gemiddelde: eenvoudig voortschrijdend gemiddelde dat wordt berekend met de n vorige y-waarden, n is de periode. Er is geen vergelijking beschikbaar voor deze trendlijn.
Bij de berekening van de regressieboog worden alleen de gegevensparen met de volgende waarden in aanmerking genomen:
Logaritmische trendlijn: alleen positieve x-waarden zijn toegestaan.
ExponentiĆ«le trendlijn: alleen positieve y-waarden zijn toegestaan, behalve als alle y-waarden negatief zijn: de regressie zal dan de vergelijking y=-bāexp(aāx) volgen.
Macht trendlijn: alleen positieve x-waarden zijn toegestaan, alleen positieve y-waarden zijn toegestaan, behalve als alle y-waarden negatief zijn: de regressie zal de vergelijking y=-bāxavolgen.
U moet uw gegevens dienovereenkomstig aanpassen, het is het beste om met een kopie van de originele gegevens te werken en de gekopieerde gegevens om te zetten.
U kunt de parameters ook als volgt met Calc functies berekenen.
De lineaire regressie volgt de vergelijking y=m*x+b.
m = STIJGING(Gegevens_Y;Gegevens_X)
b = SNIJPUNT(Gegevens_Y ;Gegevens_X)
Bereken de coƫfficiƫnt van de bepalende factor door
r2 = R.KWADRAAT(Gegevens_Y;Gegevens_X)
Naast m, b en r2 biedt de matrixfunctie LINEST toegevoegde statistieken voor een regressie-analyse.
De logaritmische regressie volgt de vergelijking y=a*ln(x)+b
a = STIJGING(Gegevens_Y;LN(Gegevens_X))
b = SNIJPUNT(Gegevens_Y ;LN(Gegevens_X))
r2 = R.KWADRAAT(Gegevens_Y;(Gegevens_X))
ExponentiĆ«le trendlijnen worden in een lineair model omgezet. De optimale boogaanpassing wordt gerelateerd aan het lineaire model en de resultaten worden dienovereenkomstig geĆÆnterpreteerd.
De exponentiƫle regressie volgt de vergelijking y=b*exp(a*x) of y=b*m^xx, die respectievelijk in ln(y)=ln(b)+a*x of ln(y)=ln(b)+ln(m)*x wordt omgezet.
a = STIJGING(LN(Gegevens_Y);Gegevens_X)
De variabelen van de tweede variatie worden als volgt berekend:
m = EXP(STIJGING(LN(Gegevens_Y);Gegevens_X))
b = EXP(SNIJPUNT(LN(Gegevens_Y);Gegevens_X))
Bereken de coƫfficiƫnt van de bepalende factor door
r2 = R.KWADRAAT(LN(Gegevens_Y);Gegevens_X)
Naast m, b en r2 biedt de arrayfunctie LOGSCH toegevoegde statistieken voor een regressie-analyse.
Machtsregressiebogen worden in een lineair model omgezet. De machtsregressie volgt de vergelijking y=b*x^a, die omgezet wordt in ln(y)=ln(b)+a*ln(x).
a = STIJGING(LN(Gegevens_Y);LN(Gegevens_X))
b = EXP(SNIJPUNT(LN(Gegevens_Y);LN(Gegevens_X))
r2 = R.KWADRAAT(LN(Gegevens_Y);LN(Gegevens_X))
Voor polynomiale regressie worden bogen omgezet naar een lineair model.
Maak een tabel met de kolommen x, x2, x3, ā¦ , xn, y tot de gewenste graad n.
Gebruik de formule =LIJNSCH(Gegevens_Y,Gegevens_X) met het gehele bereik x tot xn (zonder koppen) als Gegevens_X.
De eerste rij van de uitvoer van LIJNSCH bevat de coƫfficiƫnten van de polynomiale regressie, met de coƫfficiƫnt van xn op de meest linkse positie.
Het eerste element van de derde rij van de LIJNSCH-uitvoer is de waarde van r2. Zie de functie LIJNSCH voor bijzonderheden over het juiste gebruik en een verklaring van de overige uitvoerparameters.