Collabora Office 24.04 Help
Voor het afdrukken van een blad zijn er een aantal interactieve opties beschikbaar onder Beeld - Pagina-einde. Versleep de scheidingslijnen om het bereik van afgedrukte cellen op elke pagina te definiëren.
Als u liggende afdrukken wilt, gaat u als volgt te werk:
Ga naar het blad dat afgedrukt moet worden.
Kies Opmaak - Pagina-opmaakprofiel.
De opdracht is niet zichtbaar als het blad geopend is met schrijfbeveiliging ingeschakeld. In dat geval klikt u op het pictogram Bestand bewerken op de werkbalk Standaard.
Selecteer de tab Pagina. Selecteer het papierformaat Liggend en klik op OK.
Kies Bestand - Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt nu.
Afhankelijk van het printerstuurprogramma en het besturingssysteem moet u misschien op de knop Eigenschappen klikken om daar 'Liggend' voor uw printer in te stellen.
In het dialoogvenster Afdrukken selecteert u onder Afdrukbereik de pagina's die afgedrukt moeten worden:
Alle bladen - Alle bladen worden afgedrukt.
Geselecteerde bladen - Alleen de geselecteerde bladen zullen worden afgedrukt. Alle bladen waarvan de naam (onderaan op de tabbladen) is geselecteerd, zullen worden afgedrukt. Door te drukken op CommandoCtrl terwijl u op een bladnaam klikt kunt u deze selectie wijzigen.
Geselecteerde cellen - Alle geselecteerde cellen worden afgedrukt.
Van alle papieren pagina's die het resultaat zijn van de hierboven bedoelde selectie, kunt u het bereik van papieren pagina's selecteren dat moet worden afgedrukt:
Alle pagina's - Alle pagina's met resultaten afdrukken.
Pagina's - Voer de pagina's in die afgedrukt moeten worden. De pagina's worden ook vanaf het eerste blad genummerd. Als u in Voorbeeld pagina-einde ziet dat Blad1 op 4 pagina's wordt afgedrukt en u wilt de eerste twee pagina's van Blad2 afdrukken, dan voert u hier 5-6 in.
Als u onder Opmaak - Afdrukbereiken één of meer afdrukbereiken hebt gedefinieerd, wordt alleen de inhoud van deze afdrukbereiken afgedrukt.