Collabora Office 24.04 Help
Rondt een getal af op het dichtstbijzijnde veelvoud van een significantiewaarde.
Voor een positief getal en een positieve significantiewaarde rondt de functie naar boven af (weg van nul). Voor een negatief getal en een negatieve significantiewaarde wordt de afrondingsrichting bepaald door de waarde van een modusparameter. De functie retourneert een fout als de getal- en significantiewaarden tegengestelde tekens hebben.
Als het werkblad wordt geëxporteerd naar Microsoft Excel, wordt de functie AFRONDEN.BOVEN geëxporteerd als de equivalente functie AFRONDEN.BOVEN.WISK die bestaat sinds Excel 2013. Als u van plan bent het werkblad te gebruiken met eerdere Excel-versies, gebruikt u AFRONDEN.BOVEN.NAUWKEURIG dat bestaat sinds Excel 2010 of AFRONDEN.BOVEN.EXCEL dat wordt geëxporteerd als de AFRONDEN.BOVEN-functie die compatibel is met alle Excel-versies.
AFRONDEN.BOVEN(Getal [; Stapgrootte [; Modus]])
Getal is het getal dat moet worden afgerond of een verwijzing naar een cel die het getal bevat.
Stapgrootte (optioneel) is de waarde, of een verwijzing naar een cel die de waarde bevat, waarvan meerdere Getallen moeten worden afgerond. De standaardwaarde is =1 of -1, afhankelijk van het teken van het Getal.
Modus (optioneel) is een getal, of een verwijzing naar een cel met een getal. De functie gebruikt alleen Modus als zowel Getal als Stapgrootte negatief zijn. Als Modus is opgegeven en niet gelijk is aan nul, worden getallen naar beneden afgerond (weg van nul); als Modus gelijk is aan nul of niet is opgegeven, worden negatieve getallen naar boven afgerond (naar nul).
=AFRONDEN.BOVEN(3,45) retourneert 4.
=AFRONDEN.BOVEN(3,45; 3) retourneert 6.
=AFRONDEN.BOVEN(-1,234) retourneert -1.
=CEILING(-45,67; -2; 0) retourneert -44.
=AFRONDEN.BOVEN(-45,67; -2; 1) retourneert -46.
Rondt een getal naar boven af op het dichtstbijzijnde veelvoud van een waarde van de stapgrootte.
Voor een positief getal rondt de functie naar boven af (weg van nul). Voor een negatief getal rondt de functie naar boven af (naar nul). Het teken van de waarde van de stapgrootte wordt genegeerd.
Deze functie berekent identieke resultaten als de functie ISO.AFRONDEN.BOVEN.
AFRONDEN.BOVEN.NAUWKEURIG(Getal [; Stapgrootte [; Modus]])
Stapgrootte (optioneel) is de waarde, of een verwijzing naar een cel die de waarde bevat, waarop meervoudig Getal moet worden afgerond. Het is standaard ingesteld op 1.
=AFRONDEN.BOVEN.NAUWKEURIG(3,45) retourneert 4.
=AFRONDEN.BOVEN.NAUWKEURIG(-45,67; 2) retourneert -44.
COM.MICROSOFT.CEILING.PRECISE
Rondt een getal af op het dichtstbijzijnde veelvoud van een waarde van de stapgrootte.
Voor een positief getal rondt de functie naar boven af (weg van nul). Bij een negatief getal wordt de afrondingsrichting bepaald door de waarde van een modusparameter. Het teken van de waarde van de stapgrootte wordt genegeerd.
Deze functie is beschikbaar voor compatibiliteit met Microsoft Excel 2013 of nieuwer.
AFRONDEN.BOVEN.WISK(Getal [; Stapgrootte [; Modus]])
Stapgrootte (optioneel) is de waarde, of een verwijzing naar een cel die de waarde bevat, waarvan een meervoudig Getal moet worden afgerond. Het is standaard ingesteld op 1.
Modus (optioneel) is een getal, of een verwijzing naar een cel die een getal bevat. Als Modus is opgegeven en niet gelijk is aan nul, wordt een negatiefGetal naar beneden afgerond (weg van nul). Als Modus gelijk is aan nul of niet wordt opgegeven, wordt een negatiefGetal naar boven afgerond (naar nul).
=AFRONDEN.BOVEN.WISK(3,45) retourneert 4.
=AFRONDEN.BOVEN.WISK(3,45; -3) retourneert 6.
=AFRONDEN.BOVEN.WISK(-1,234) retourneert -1.
=AFRONDEN.BOVEN.WISK(-45,67; -2; 0) returns -44.
=AFRONDEN.BOVEN.WISK(-45,67; +2; 1) retourneert -46.
COM.MICROSOFT.CEILING.MATH
Rondt een getal af op het dichtstbijzijnde veelvoud van een waarde van de stapgrootte.
Voor een positief getal en een positieve waarde van de stapgrootte rondt de functie naar boven af (weg van nul). Voor een negatief getal en een positieve waarde van de stapgrootte rondt de functie naar boven af (naar nul). Voor een negatief getal en een negatieve waarde van de stapgrootte rondt de functie naar beneden af (van nul af). De functie retourneert een fout als het getal positief is en de waarde van de stapgrootte negatief.
Deze functie is beschikbaar voor compatibiliteit met Microsoft Excel 2007 of ouder. Als een Calc-werkblad wordt geëxporteerd naar Microsoft Excel, worden verwijzingen naar de functie AFRONDEN.BOVEN.EXCEL van Calc geëxporteerd als verwijzingen naar de functie BOVENGRENS van Excel, die compatibel is met alle Excel-versies. Als een Microsoft Excel-werkblad in Calc wordt geïmporteerd, worden verwijzingen naar de functie AFRONDEN.BOVEN van Excel geïmporteerd als verwijzingen naar de functie AFRONDEN.BOVEN.EXCEL van Calc.
AFRONDEN.BOVEN.EXCEL(Getal; Stapgrootte)
Stapgrootte is de waarde of een verwijzing naar een cel die de waarde bevat, waarop een meervoudig Getal moet worden afgerond.
=AFRONDEN.BOVEN.EXCEL(3,45;2) retourneert 4.
=AFRONDEN.BOVEN.EXCEL(-45,67; 2) retourneert -44.
=AFRONDEN.BOVEN.EXCEL(-45,67; -2) returns -46.
COM.MICROSOFT.CEILING
Rondt een getal naar boven af op het dichtstbijzijnde veelvoud van een waarde van de stapgrootte.
Voor een positief getal rondt de functie naar boven af (weg van nul). Voor een negatief getal rondt de functie naar boven af (naar nul). Het teken van de waarde van de stapgrootte wordt genegeerd.
Deze functie berekent identieke resultaten als de functie AFRONDEN.BOVEN.NAUWKEURIG.
ISO.AFRONDEN.BOVEN(Getal [; Stapgrootte])
Stapgrootte (optioneel) is de waarde, of een verwijzing naar een cel die de waarde bevat, naar wiens veelvoud Getal moet worden afgerond. Het is standaard ingesteld op 1.
=ISO.AFRONDEN.BOVEN(3,45) retourneert 4.
=ISO.AFRONDEN.BOVEN(-45,67; 2) retourneert -44.
COM.MICROSOFT.ISO.CEILING